Bij de Begroting 2012

Financiƫle Beschouwingen bij de Begroting voor 2012

Onze stellingnames kent u, die zijn gisterochtend aan ieder verspreid en ga ik nu niet meer voorlezen. Op sommige stellingen van andere fracties zal ik ook een korte reactie geven. Als u van mening bent dat onze stellingnames wel erg gefocust zijn op de financiën, wel dat klopt, we hadden met elkaar ook afgesproken om uitsluitend financiele beschouwingen te doen vandaag. Bij ons derhalve geen stellingen die over andere zaken gaan.

ChristenUnie-SGP heeft met bewondering en verwondering de stukken behorende bij dit agendapunt bëestudeerd.
Met bewondering omdat het een flinke klus is programmabegroting, meerjarenperspectief en uitwerking van het bezuinigingsvoorstel samen te stellen uit de bonte lijst van geboden en verboden die we met elkaar op 1 februari van dit jaar hebben vastgesteld. Onze welgemeende complimenten daarvoor.
Lezing resulteerde af en toe ook in verwondering. Sommige punten deden de wenkbrauwen toch wel fronsen. Daarover zo dadelijk meer.

Inzichtelijkheid

Hoewel alle vergaderstukken over dit onderwerp bij elkaar ruim 200 pagina’s zijn, hebben wij na lezing van alle stukken nog niet echt een gevoel “in control” te zijn over alle beleidsvelden: wat zijn nu precies de beoogde effecten, hoe wil je die realiseren en hoe verhouden die effecten zich tot de gelden die hiervoor worden begroot? Op die inzichtelijkheid is nog een verbeterslag te maken: de relatie tussen het beoogd maatschappelijk effect en de daartoe te besteden gelden kan en moet beter. Dat is ook van belang om afgewogen keuzen te kunnen maken voor de noodzakelijke bezuinigingen.

Verrassingen

De cijfers in de programmabegroting zijn erg gecomprimeerd, het is moeilijk een gevoel te krijgen bij de activiteiten die onderdeel uitmaken van de programma’s. Daar komt bij dat voor 2012 voor het eerst geen productenbegroting meer wordt opgesteld. Bij elkaar genomen vereist dit vertrouwen om op gepaste afstand te gaan staan van de uitvoering waarvoor het college verantwoordelijk is.
Dat vertrouwen hebben wij eerder bij benoeming van de wethouders gegeven en dat is in principe nog steeds ongewijzigd. Bij vertrouwen hoort volgens ons echter ook de afwezigheid van verrassingen. Een onaangename verrassingen zijn er toch ook wel te vinden in deze begroting. En dan doelen wij niet op de effecten van de taakverschuiving vanuit het rijk naar de gemeenten: dat zijn zaken die ons allen gewoon overkomen. Maar dan doel ik bijvoorbeeld wel op de desastreuze ontwikkelingen in de voorzieningen voor het planmatig onderhoud van de buitenruimte. In amper een half jaar tijd keldert de geplande omvang van de voorzieningen eind 2014 van ruim 1,2 miljoen naar twee ton. Een miljoen verschil in een half jaar! Wat is daarmee in vredesnaam aan de hand?

Onderhoudsvoorzieningen

In het meerjarenperspectief bij de kadernota 2012 staat nota bene letterlijk dat vanaf 2014 geen verdere ophoging meer noodzakelijk is van de jaarlijkse dotaties aan de onderhoudsvoorzieningen. Daaruit begrijpen wij: de pot is en blijft goed gevuld. Kennelijk niet. En dan is nog niet eens rekening gehouden met de recent uitgevoerde onderzoeken over de staat van kunstwerken in de oudere woonwijken. Die is niet best. De hiervoor gebruikte woorden in de begroting doen mij het ergste vrezen. Wat betekent dit? Hoeveel geld moet erbij? En hebben we dat wel? En zijn we er dan? Want dat dachten we een half jaar geleden toch ook? Of op het moment dat eind 2008 besloten werd 4 mio in de voorzieningen te storten? Dat soort zaken trekt bij ons een wissel op het vertrouwen in de cijfers en stukken die we krijgen aangeleverd. Dat willen we niet: wij willen kunnen sturen op kaders en daarbij hoort dat stukken en cijfers blindelings moeten kunnen worden vertrouwd en ook in de tijd een consistent beeld laten zien.

Planningshorizon

Maar ook de wijzigingen in de planningshorizon en de in aanmerking te nemen informatie verwonderden ons op z’n minst. In de kadernota werd nog klip en klaar verwoord dat de effecten van de septembercirculaire in ogenschouw zouden worden genomen bij de begrotingsbehandeling. Nu wordt ie uitgesloten, omdat we niet op incidenten ofwel “dagkoersen” moeten sturen. Een bijstelling van de algemene uitkering lijkt ons bepaald geen incident maar eerder voortschrijdend inzicht dat gewoon in aanmerking moet worden genomen.

En de planningshorizon was eerst 4 jaar, maar nu lijkt ie te worden verengd tot 3 jaar omdat nagekomen tegenvallers over 2015 buiten beschouwing worden gelaten. Die zouden we volgens het raadsvoorstel pas bij de kadernota 2013 moeten bespreken en dan het beleid daarop moeten baseren. Wij vinden van niet: de bezuinigingstaakstelling zou nu al 1,9 mio moeten zijn en niet 1,5 mio. Dat is geen leuke boodschap, maar volgens ons wel eerlijker dan vasthouden aan de 1,5 mio.

Grote voet

We schuiven de bezuinigingspijn voor ons uit, leven daarmee op te grote voet en dat is volgens ons geen goed rentmeesterschap. Dat klemt temeer als je je realiseert dat in het meerjarenperspectief veel lasten van nieuwe, benodigde investeringen zoals een nieuw schoolgebouw en veilige wegen net buiten de planningsperiode zijn gedrukt. Over het realiseren van die zaken moeten we nu al praten, en ook over de gevolgen die dat heeft voor andere beleidsterreinen. Dat is vervelend, dat vinden wij ook, want het beperkt de speelruimte die we hebben, maar het benadrukt wel de noodzakelijkheid van de nu al voorgenomen bezuinigingen en de waarschijnlijk extra bezuinigingen die nog gaan komen.

Bedrijfsvoering gemeente

Wij hebben twijfel of de bezuinigingstaakstelling op de bedrijfsvoering van (nu nog) 570.000 euro wel realiseerbaar is. Dat baseren we op de terugtrekkende beweging die in het raadsvoorstel wordt gemaakt dat eerst taakafstoting plaats moet vinden voordat op de formatie kan worden bezuinigd. Die randvoorwaarde is in de kadernota niet gesteld en wij gaan gewoon uit van realiseerbaarheid van de taakstelling (die misschien door mijn eerdere opmerkingen nog wel hoger zou moeten zijn). Mochten we hierin een denkfout maken, dan hoor ik dat graag zo direct van de wethouder.

Andere fracties gaan hierin al verder: CDA en SP spreken al over verkleining van de formatie. Wij vinden op dit moment dat de mogelijkheid daartoe niet op voorhand door het college mag worden uitgesloten.

Tegenvallers en reserves

ChristenUnie-SGP is tegen het gebruik van de risicoreserve om tegenvallers de komende jaren op te vangen. Wij willen dat het college vroegtijdig anticipeert op gevolgen van nieuwe taken zodat de reserve hierdoor niet aangesproken hoeft te worden. Ga er maar vanuit dat we in de toekomst niet meer in staat zijn nieuwe reserves op te bouwen en op is dus op, ook voor onze reserves. We moeten een spaarbankboekje houden voor de echte onvoorziene tegenvallers, op alles wat voorzien kan worden moeten we tijdig anticiperen. Dus ook de kosten van het baggeren van het vervuilde slib in de binnenstad zou niet uit de algemene reserve betaald mogen worden: dat is geen onvoorziene tegenvaller. Daarvoor moet elders in de begroting ruimte worden gevonden.

Begroting, bezuinigingen en belastingen

De echte hete aardappel is nu niet de programmabegroting, maar de concrete invulling van de bezuinigingen, waaronder verhoging van de belastingopbrengsten. En die discussie voeren we pas in december bij het vaststellen van de belastingnota 2013. Ons doorkijkje alvast naar deze discussie:

Lof voor het inzichtelijk proberen te maken van deze complexe materie. Triest eigenlijk dat hierover geen echte handreiking wordt gegeven door de VNG en dat de broodnodige vergelijkingen met andere gemeenten eigenlijk niet mogelijk zijn zonder een diepgaande studie. 

Wij vinden het vervelend dat we nu eerst bij de vaststelling van de begroting de benodigde stijgingen van de belastingopbrengsten moeten vaststellen en dat we de discussie over de kostentoerekening en kostendekkendheid en de gevolgen daarvan voor de belastingtarieven pas in december gaan voeren. Dat is de omgekeerde wereld. Een jaar geleden hebben wij de wenselijkheid van een tijdige discussie hierover benoemd, jammer dat het niet gelukt is die al eerder te voeren.

Alvast een paar constateringen:

  • Het toeristisch karakter van Enkhuizen drukt zwaar op de exploitatie van de gemeente: baten en lasten lijken voor het publieke domein uit balans. Ofwel: dit lijkt ten koste te gaan van de eigen bevolking.

  • De toeristenbelasting is geen tombola waar tekorten uit kunnen worden gedekt, temeer als je kijkt naar de andere gemeenten, maar een dogmatisch “nee” tegen een verhoging is nu nog niet op z’n plaats. Op dat punt biedt de nota te weinig inzicht. Dat betekent, als we denken aan de gemaakte afspraken hierover in juni, dat de kortingen op de subsidies van de grote 4 sowieso doorgezet zullen moeten worden.

  • Onderzocht zou moeten worden of de vele honderdduizenden dagjesmensen die geen retributie betalen, op een andere wijze een bijdrage kunnen leveren aan het buitenmuseum dat het deel van Enkhuizen ten oosten van de Westerkerk toch is.

  • Naast toerisme is het volgens ons absoluut wenselijk om volop in te zetten op het faciliteren van de groei van de zaadsector en nautische sector.

Bekijk ook: